Jongleren met woorden, letters vreten en kommaneuken. Als freelance copywriters doen we het elke dag. Net als dichters. Al flirten zij vaker met de grammaticale regels en maken ze van leestekens minder, tja, een punt. Het beknopt schrijven en de liefde voor woordspelingen hebben we dan
wel weer gemeen. Daarom vieren we Gedichtendag met onze eigen favorieten.
“Naar mijn bescheiden mening zijn dit de mooiste zinnen ooit: een gedicht van Bart Moeyaert. Over de liefde uit Verzamel de liefde (2003)”
Ik dacht dat het niet kon:
dat iets wat je niet ziet
je alle dagen draagt
en sterker maakt.
Alsof je spieren krijgt
van liefde.
En kijk, het klopt:
Het hart van oma
slaat nog altijd over
als ze opa ziet.
Maar nu hij oud is en te bed,
misschien nog net de hemel haalt,
loopt oma sinds een poosje
krommer en vraagt ze vaker
om mijn arm.
Zonder hem krijgt
ze het huis niet warm
en zelfs de hond
zakt zuchtend naast de luie stoel.
Dus is het waar
dat liefde spieren geeft
en op den duur
ook vuur.
“Als je de hele dag bezig bent met zinnen, woorden en spelling,
wordt het Nederlands best een grappig taaltje. Zeker als je alle
vreemde kronkels na elkaar zet. Gerard Nolst Trenité, alias
Charivarius, deed het met plezier.”
Men spreekt van één lot, en verschillende loten,
Maar ’t meervoud van pot is natuurlijk geen
poten.
Zo zegt men ook altijd één vat en twee vaten,
Maar zult u ook zeggen één kat en twee katen?
Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik vloog.
Maar zeg nou bij wiegen beslist niet: ik woog,
Want woog is nog altijd afkomstig van wegen,
Maar is dan ik voog een vervoeging van vegen?
Wat hoort er bij zoeken? Jazeker, ik zocht,
En zegt u bij vloeken dus logisch: ik vlocht?
Welnee beste mensen, want vlocht komt van
vlechten.
En toch is ik hocht niet afkomstig van hechten.
En bij lopen hoort liep, maar bij kopen geen
kiep.
En evenmin zegt men bij slopen ik sliep.
Want sliep moet u weten, dat komt weer van
slapen.
Maar fout is natuurlijk ik riep bij het rapen.
Want riep komt van roepen. Ik hoop dat u ’t
weet
En dat u die kronkels beslist niet vergeet.
Dus kwam ik u roepen, dan zeg ik: ik riep.
Nu denkt u van snoepen, dat wordt dan ik
sniep?
Alweer mis m’n beste, maar u weet beslist,
Dat ried komt van raden, ik denk dat u ’t wist.
Komt bied dan van baden? Welnee, dat wordt
bood.
En toch volgt na wieden beslist niet ik wood.
Ik gaf, hoort bij geven, maar ik laf niet bij leven.
Dat is bijna zo dom als ik waf hoort bij weven.
Zo zegt men: wij drinken en hebben gedronken.
Maar echt niet: wij hinken en hebben
gehonken.
’t Is moeilijk, maar weet u: van weten komt
wist,
maar hoort bij vergeten nou logisch vergist?
Juist niet zult u zeggen, dat komt van
vergissen.
En wat is nu goed? U moet zelf maar beslissen:
Hoort bij slaan nu ik sloeg, ik slig, of ik slond?
Want bij gaan hoort ik ging, niet ik goeg of ik
gond.
En noemt u een mannetjesrat nu een rater?
Dat geldt toch alleen bij een kat en een kater.
Je ziet, onze taal beste dames en heren,
is, net zoals ik al zei, best moeilijk te leren.
Een nieuwsbrief is directer, persoonlijker en converteert beter dan sociale media. Waar wacht je op?
Laat die puntenslijper in de kast. Je hebt je scherpe pen al gevonden.